Nog voor er sprake was van het begrip ‘bio’, was er de agro-ecologie. Dit is de toepassing van ecologie op de studie, het ontwerp én het beheer van onze voedingssystemen. Het zoekt mogelijkheden om het landbouwsysteem door natuurlijke processen na te bootsen en hierdoor gunstige, biologische interacties tussen de verschillende onderdelen van het landbouw-ecosysteem te bewerkstelligen.
De bio-basisprincipes op teelttechnisch vlak zijn:
- Recyclage van voedingsstoffen i.p.v. externe stoffen toe te dienen.
- Een optimale bodemtoestand creëren om gunstige groeiomstandigheden te realiseren.
- Het minimaliseren van het verlies aan hulpbronnen zoals zonlicht, water, bodem en dergelijke door:
- Goed beheer van microklimaat
- Wateropvang
- Goede afstemming tussen veeteelt en gewasproductie
- Het stimuleren van genetische diversiteit, zowel binnen de gewassen als tussen de gewassen.
- Agrobiodiversiteit om gunstige ecosysteemdiensten te optimaliseren.
De zorg voor de bodem, de omliggende natuur, het milieu, het klimaat en de biodiversiteit staan centraal. Boeren dragen bij tot het algemeen welzijn. Ze leveren namelijk een grote bijdrage op gebied van volksgezondheid en plattelandsontwikkeling.
Bio-landbouw is de enige landbouwmethode die wettelijk is vastgelegd. Sinds 1993 geldt er een Europese verordening die een reeks verplichtingen oplegt aan akkerbouw-, tuinbouw- en fruitbedrijven.
Het begrip ‘biologisch’ is in België beschermd voor alle voedingsmiddelen. Als het op de verpakking vermeld staat, dan is het ook daadwerkelijk een biologisch product. In sommige gevallen staat er ook ‘product afkomstig uit biologische landbouw’ of ‘volgens de biologische productiewijze’. Het codenummer van de controle-organisatie moet sedert 2010 altijd op het product vermeld staan, alsook het verplichte bio-logo